Feiten en context
Sinds 1 januari 2024 is het toewijzingsbeleid voor sociale huurwoningen in Vlaanderen ingrijpend veranderd. De toewijzingsraad speelt hierbij een centrale rol. Dit orgaan, opgericht op initiatief van Wonen in Limburg, functioneert als samenwerkingsverband tussen sociale verhuurders, lokale besturen en welzijnspartners en is actief in elk deelwerkingsgebied van de organisatie.
De toewijzingsraad werkte een ontwerp-toewijzingsreglement uit. Het ontwerp-toewijzingsreglement wordt nu voorgelegd aan de betrokken gemeentebesturen.
Met de vorming van de nieuwe woonmaatschappijen is er sinds 1 januari 2024 ook een nieuw toewijsmodel in werking getreden. De Vlaamse overheid schetste een breed kader, waarbinnen de toewijzingsraden van de woonmaatschappijen een concrete invulling uitwerken.
De toewijzingsraad bestaat uit een afvaardiging van alle lokale besturen binnen het deelwerkingsgebied aangevuld met relevante huisvestings- en welzijnsactoren.
Het huidige ontwerp-toewijzingsreglement is tot stand gekomen na grondige inhoudelijke bespreking binnen de toewijzingsraden op de volgende data: 19 september 2023, 10 november 2023, 14 december 2023, 24 april 2024, 3 juli 2024, 1 oktober 2024, 5 december 2024, 8 februari 2025 en 26 juni 2025.
De bepalingen in onderhavig reglement hebben betrekking op het sociale huurpatrimonium van Wonen in Limburg deelwerkingsgebied Zuid, bestaande uit volgende steden en gemeenten: Alken, Bilzen-Hoeselt, Diepenbeek, Gingelom, Hasselt, Heers, Herk-de-Stad, Herstappe, Nieuwerkerken, Riemst, Sint-Truiden, Tongeren-Borgloon, Voeren, Wellen en Zonhoven.
De gemeenteraad kan het ontwerp-toewijzingsreglement echter enkel amenderen voor wat betreft de bepalingen van strengere woonbinding en de specifieke doelgroepen binnen de eigen gemeente.
Lokaal maatwerk
Op basis van het nieuwe regelgevend kader en het beschreven traject heeft de toewijzingsraad een ontwerp-toewijzingsreglement opgesteld. Hierbij is lokaal maatwerk mogelijk voor:
De toewijzingsraad heeft ervoor gekozen geen strengere lokale woonbinding in te voeren. Dit besluit is gebaseerd op het feit dat de huidige langdurige woonbinding binnen de meeste gemeenten van het deelwerkingsgebied (DWG) al strenger is dan de eerdere lokale binding. De raad wil geen extra criteria hanteren die de bestaande langdurige woonbinding overstijgen. Daarnaast streeft men naar een uniforme werkwijze binnen de woonmaatschappij, zodat het proces voor alle kandidaat-huurders helder en gelijkwaardig blijft.
Er wordt met andere woorden voorrang verleend aan wie de afgelopen tien jaar minstens vijf jaar ononderbroken in de gemeente woonde.
Daarnaast besloot de toewijzingsraad om naast de langdurige woonbinding een voorrangsregel toe te passen voor kandidaat-huurders met een langdurige woonbinding binnen het deelwerkingsgebied. In tegenstelling tot een strengere woonbinding geldt deze voorrang voor alle gemeenten binnen het deelwerkingsgebied, mits consensus tussen de betrokken gemeenten. Deze voorrangsregel neemt een tweede plaats in de rangorde in, na de langdurige gemeentelijke woonbinding.
Deze regeling biedt voordelen voor kandidaat-huurders die geen geschikte woning in hun eigen gemeente kunnen vinden, maar op deze manier wel in een naburige gemeente kunnen blijven wonen en zo verbonden blijven met hun sociale netwerk. Het weerspiegelt de solidariteit binnen het deelwerkingsgebied van de woonmaatschappij, waarbij gemeenten gezamenlijk streven naar een betaalbaar en kwalitatief woonaanbod voor iedereen.
Binnen het patrimonium van de woonmaatschappij geldt dat kandidaat-huurders met langdurige woonbinding aan het deelwerkingsgebied voorrang krijgen.
Volgens artikel 6.27, §1, tweede lid BVCW kunnen specifieke doelgroepen voorrang krijgen waarvan de noden algemeen bekend zijn.
Binnen deelwerkingsgebied Zuid zijn volgende doelgroepen opgenomen:
Daarnaast kunnen andere doelgroepen worden afgebakend. Hiervoor is een uitgebreide motivatie vereist, die ter goedkeuring aan de bevoegde minister moet worden voorgelegd (art. 6.27, §1, derde lid BVCW). In dit kader zijn de volgende doelgroepen opgenomen:
Versnelde toewijzing (pijler 2)
Daarnaast schrijft de regelgeving ook voor dat Wonen in Limburg de gemeente op de hoogte brengt van de beslissingen met betrekking tot de versnelde toewijzingen (pijler 2).
De toewijzingsraad heeft besloten dat de volgende doelgroepen in aanmerking komen voor versnelde toewijzing via pijler 2 (art. 6.24 – 6.26 BVCW):
Voor versnelde toewijzingen wordt standaard een begeleidingsovereenkomst opgesteld, waarbij Wonen in Limburg en de betrokken welzijnsactoren afstemmen.
Evaluatie en bijsturing
Binnen het lokaal woonoverleg worden jaarlijks de toewijzingen besproken, wat kan leiden tot bijsturingen van het toewijzingsreglement. Eventuele wijzigingen worden besproken binnen de toewijzingsraad, die ook op eigen initiatief het reglement kan aanpassen binnen het geldende regelgevende kader en met inachtneming van de goedkeuringsprocedure.
De toewijzingsraad stelt voor om wijzigingen aan het toewijzingsreglement twee keer per jaar (april en oktober) als vast agendapunt op de gemeenteraden binnen het deelwerkingsgebied (DWG) te bespreken. Op deze manier kunnen de gemeenten, afhankelijk van de lokale noden, bestaande doelgroepen bijsturen en/of nieuwe doelgroepen toevoegen, alsook het beleid evalueren.
Artikels 6.22 t.e.m. 6.28 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen (2021) behandelen de toewijzingsregels.
Artikels 6.12 t.e.m. 6.14 van de Vlaamse Codex Wonen (2021) behandelen de toewijzing van sociale huurwoningen.
De gemeenteraad keurt het ontwerp van het toewijzingsreglement van het deelwerkingsgebied Zuid binnen Wonen in Limburg, zoals toegevoegd in bijlage bij dit besluit, goed.
De gemeenteraad neemt kennis van de genomen beslissingen door woonmaatschappij Wonen in Limburg op advies van de toewijzingsraad met betrekking tot de versnelde toewijzingen (Pijler 2).
Dit besluit en het goedgekeurde reglement worden ter kennis gebracht van Wonen in Limburg en van de toezichthoudende overheid.
Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen.