In de strijd tegen lege of ongezonde brooddozen wil de gemeente de scholen een tussenkomst geven voor het voorzien van soep tijdens de wintermaanden. Als gevolg van de crisis en het verlies van de koopkracht, zijn er steeds meer lege brooddozen op school.
Momenteel wordt er reeds soep bedeeld in de scholen maar is er geen uniform systeem. In sommige scholen draagt de school de kosten, in andere scholen betalen de ouders de factuur. Echter, de scholen die zelf instaan voor de soep geven aan dat ze deze kost niet langer kunnen dragen. In de scholen waar de ouders de soep zelf betalen, zijn er steeds kinderen waarvan de ouders niet voldoende financiële middelen hebben waardoor deze kinderen uit de boot vallen.
Gezien het actuele thema van lege en ongezonde brooddozen wil de gemeente tijdens de wintermaanden tussenkomen in de bedeling van soep. Zo krijgen de kinderen hun dagelijkse portie groenten binnen, wat voor sommige ouders geen evidentie is.
Om de scholen hun eigenheid te laten behouden, wordt er gewerkt met een tussenkomst per leerling. De school is dan vrij de soep aan te kopen waar de school wil. De facturen moeten na het verstrijken van de periode aan de gemeente worden voorgelegd waarna de uitbetaling zal volgen.
De gemeenteraad beslist om een subsidie te geven aan alle scholen in Nieuwerkerken om soep te voorzien tijdens de wintermaanden. Per leerling kan er een bijdrage van 0,40 euro per “soepdag” gevraagd worden. De gemeente komt tussen in 3 “soepdagen” per week. Een maximum dus van 1,20 euro per leerling per week.
De tussenkomst in de soep wordt gegeven voor alle soep bedeeld tussen 1 november en 31 maart en dit voor maximum 13 weken.
De tussenkomst kan per schooljaar aangevraagd worden na het verstrijken van de periode (31 maart) en voor het einde van het schooljaar (30 juni).
Om de tussenkomst te krijgen, dient de school de facturen van de soep aan de financiële dienst te bezorgen samen met een overzicht van de dagen dat er soep werd bedeeld en het aantal leerlingen.