Conform art. 263 van het Decreet Lokaal Bestuur wordt minstens voor het einde van het derde kwartaal een 'opvolgingsrapportering' over het eerste semester van het boekjaar voorgelegd aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.
Conform art. 171, §4, 3° van het Decreet Lokaal Bestuur zorgt de algemeen directeur in overleg met het managementteam voor de opmaak van de opvolgingsrapportering.
Conform art. 176, 1° van het Decreet Lokaal Bestuur staat de financieel directeur onder de functionele leiding van de algemeen directeur in voor het opstellen, in overleg met het managementteam, van de opvolgingsrapportering.
Conform art. 29 BVR BBC moet het rapport minstens al de volgende elementen bevatten:
1° een stand van zaken van de prioritaire acties van het meerjarenplan
2° een overzicht van de geraamde en gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar
3° in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties, gekozen bij opmaak of aanpassing van het meerjarenplan
4° in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico's
Verder stelt art. 5 MB BBC dat het overzicht, vermeld in art. 29, 2°, minstens al de volgende elementen bevat:
1° een overzicht van de ontvangsten en uitgaven, opgesteld conform schema J1
2° een overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar economische aard, opgesteld volgens schema T2
De rapportage van het tweede kwartaal 2022 bevat:
zoals opgenomen in bijlage.
De bepalingen van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen.
Het Ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
De raad neemt akte van de rapportage van het tweede kwartaal 2022.
Het reglement klachtenbehandeling bepaalt dat er jaarlijks een verslag wordt opgemaakt dat aan de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn wordt gerapporteerd.
Het decreet lokaal bestuur, artikel 302 en 303.
Reglement van klachtenbehandeling, goedgekeurd door de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn op 19 september 2019.
De raad neemt akte van het verslag, opgesteld door de communicatieambtenaar, conform het reglement klachtenbehandeling, vastgesteld door de gemeenteraad en OCMW-raad d.d. 19 september 2019 conform het decreet lokaal bestuur.
Overeenkomstig artikel 272 §1 van het decreet lokaal bestuur kan de algemeen directeur een provisie ter beschikking stellen aan bepaalde personeelsleden. Het behoort tot de bevoegdheid van de OCMW-raad om de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling van de provisie vast te stellen. Deze regeling maakt deel uit van het organisatiebeheersingssysteem van het bestuur.
Er werd reeds een reglement goedgekeurd op de raad van 27 september 2011.
Er wordt nu een nieuw reglement voorgelegd dat werd aangepast aan de huidige wetgeving.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.
De raad beslist dat voor de betaling voor uitgaven hulpverlening die zonder uitstel moeten gebeuren, een provisie ter beschikking wordt gesteld aan nominatief aangeduide personeelsleden, verder provisiebeheerders genoemd.
De provisiebeheerders worden nominatief aangeduid door de algemeen directeur mits gunstig advies van de financieel directeur. Bij de aanduiding van de provisiebeheerders bepaalt de algemeen directeur eveneens het bedrag en de termijn van de provisie die beschikbaar wordt gesteld. Het bedrag van de provisie mag maximaal 1 000 euro zijn. Het bedrag van de provisie wordt gestort op een zichtrekening, beschikbaar gesteld door de financieel directeur, en verder provisierekening genoemd.
De provisiebeheerder is persoonlijk verantwoordelijk voor het beheer van de hem toegekende provisie. Het is in geen geval toegelaten om negatief te gaan op de provisierekening.
De provisiebeheerder bewaart alle bewijsstukken en schrijft alle gedane uitgaven in een “Staat van uitgaven” met minstens de vermelding van:
De aanzuivering gebeurt als volgt:
Na aanvaarding van de gedane uitgaven, doet de financiële dienst het nodige voor de aanzuivering van de provisie.
Het beheer van een provisie door een provisiebeheerder kan worden beëindigd door:
Het beheer van een provisie, verleend voor bepaalde termijn, wordt beëindigd bij het verlopen van de bepaalde termijn.
Indien het beheer van de provisie wordt beëindigd zuivert de provisiebeheerder zijn provisie aan binnen een termijn van tien werkdagen na de datum van de beslissing van beëindiging.
Overeenkomstig artikel 272 §1 van het decreet lokaal bestuur kan de algemeen directeur een provisie ter beschikking stellen aan bepaalde personeelsleden. Het behoort tot de bevoegdheid van de OCMW-raad om de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling van de provisie vast te stellen. Deze regeling maakt deel uit van het organisatiebeheersingssysteem van het bestuur.
Er werd reeds een reglement goedgekeurd op de raad van 27 september 2011.
Er wordt nu een nieuw reglement voorgelegd dat werd aangepast aan de huidige wetgeving.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.
De raad beslist dat voor de betaling van geringe exploitatie uitgaven van het dagelijks bestuur, die zonder uitstel moeten gebeuren of die onmiddellijk moeten worden gedaan voor de goede werking van de dienst, een provisie ter beschikking wordt gesteld aan nominatief aangeduide personeelsleden, verder provisiebeheerders genoemd.
De provisiebeheerders worden nominatief aangeduid door de algemeen directeur mits gunstig advies van de financieel directeur. Bij de aanduiding van de provisiebeheerders bepaalt de algemeen directeur eveneens het bedrag en de termijn van de provisie die beschikbaar wordt gesteld. Het bedrag van de provisie mag maximaal 500 euro zijn. Het bedrag van de provisie wordt gestort op een zichtrekening, beschikbaar gesteld door de financieel directeur, en verder provisierekening genoemd.
De provisiebeheerder is persoonlijk verantwoordelijk voor het beheer van de hem toegekende provisie. Het is in geen geval toegelaten om negatief te gaan op de provisierekening.
De provisiebeheerder bewaart alle bewijsstukken en schrijft alle gedane uitgaven in een “Staat van uitgaven” met minstens de vermelding van:
Enkel volgende bewijsstukken worden aanvaard:
De aanzuivering gebeurt minstens eenmaal per kwartaal.
Indien de provisiebeheerder na gedane uitgaven zijn provisie wil aanzuiveren, dan wendt hij zich tot zijn diensthoofd, onder verantwoordelijkheid van de algemeen directeur. Deze persoon controleert of de uitgaven kunnen aanvaard worden op basis van volgende elementen:
De algemeen directeur neemt op basis van het bovenstaande een beslissing van aanvaarding of niet-aanvaarding van (een deel van) de gedane uitgaven. Deze beslissing dient te worden genomen binnen de tien werkdagen.
Bij aanvaarding van de gedane uitgaven, ondertekent de algemeen directeur de staat van uitgaven “voor akkoord tot aanzuivering van de provisie voor het totaalbedrag van de aanvaarde uitgaven”. Het schriftelijk akkoord geldt als opdracht aan de ambtenaar van de financiële dienst om het nodige te doen voor de aanzuivering van de provisie.
Bij niet-aanvaarding van (een deel van) de gedane uitgaven neemt de algemeen directeur een gemotiveerde beslissing, waarvan een kopie wordt bezorgd aan de provisiebeheerder, aan het diensthoofd en aan de financieel directeur.
Het beheer van een provisie door een provisiebeheerder kan worden beëindigd door:
Het beheer van een provisie, verleend voor bepaalde termijn, wordt beëindigd bij het verlopen van de bepaalde termijn.
Indien het beheer van de provisie wordt beëindigd zuivert de provisiebeheerder zijn provisie aan binnen een termijn van tien werkdagen na de datum van de beslissing van beëindiging.
De energieprijzen swingen de pan uit. Veel kwetsbare gezinnen en inwoners komen zonder bijkomende ondersteuning in de problemen met het betalen van hun energiefactuur. Ook mensen die voordien geen beroep deden op de diensten van het OCMW, hebben het nu lastig. Daarom werkte de sociale dienst van OCMW Nieuwerkerken het reglement voor de toekenning van een energietoelage uit.
1. Voorwaarden
Om aanspraak te kunnen maken op een energietussenkomst van het OCMW Nieuwerkerken moet de aanvrager voldoen aan volgende voorwaarden:
Komen niet in aanmerking voor een energietoelage:
Op voorstel van de maatschappelijk werker kan het BCSD in bepaalde situaties afwijken van het reglement.
2. Bedrag van de tussenkomst
De energietoelage is een jaarlijkse forfaitaire tussenkomst van:
- 600 euro voor personen met gezinslast
- 500 euro voor koppels zonder kinderen
- 400 euro voor alleenstaanden
Indien de begunstigde gerechtigd is op de federale verwarmingstoelage (via het verwarmingsfonds) voor huisbrandolie, wordt deze steeds in mindering gebracht op de energietoelage.
De energietoelage is niet terug vorderbaar.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement voor de toekenning van een energietoelage aan kwetsbare inwoners in bijlage goed.
Dit reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 285 tot 288 van het decreet lokaal bestuur en wordt bekendgemaakt aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330, 1e lid van het decreet lokaal bestuur.
Dit reglement treedt met terugwerkende kracht in vanaf 1 september 2022.
Het reglement voor de MMC wordt op advies van Taxistop aangepast met de nieuwe tarieven vanaf 1 september 2022.
De kilometervergoeding volgt nu automatisch de barema's waardoor het reglement niet herhaaldelijk dient aangepast te worden.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement van de MMC zoals opgenomen in bijlage goed.
Het reglement treedt in werking vanaf 1 september 2022.