Terug
Gepubliceerd op 20/09/2022

2022_RVMW_00012 - Aanpassing reglement voor provisierekening voor geringe exploitatie uitgaven van het dagelijks bestuur - Goedkeuring

Raad voor Maatschappelijk Welzijn
do 15/09/2022 - 20:00 Raadzaal
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Andere.

Samenstelling

Aanwezig

Dries Deferm, Voorzitter; Luc Vaes, Schepen; Miet Bessemans, Schepen; Rohnny Schreurs, Schepen; Arnoud Nijssen, Schepen; Theo Herbots, Raadslid; Benny Bamps, Raadslid; André Willems, Raadslid; Urbain Bangels, Raadslid; Marie-José Bangels, Raadslid; Kevin Oyen, Raadslid; Sandra Vansimpsen, Raadslid; Christel Jorissen, Raadslid; Gert Clerinx, Raadslid; Claire Kempeneers, Raadslid; Marie-Rose Schops, Raadslid; Evi Jans, Algemeen directeur

Afwezig

Brenda Berden, Raadslid

Secretaris

Evi Jans, Algemeen directeur

Voorzitter

Dries Deferm, Voorzitter
2022_RVMW_00012 - Aanpassing reglement voor provisierekening voor geringe exploitatie uitgaven van het dagelijks bestuur - Goedkeuring 2022_RVMW_00012 - Aanpassing reglement voor provisierekening voor geringe exploitatie uitgaven van het dagelijks bestuur - Goedkeuring

Motivering

Argumentatie

Overeenkomstig artikel 272 §1 van het decreet lokaal bestuur kan de algemeen directeur een provisie ter beschikking stellen aan bepaalde personeelsleden. Het behoort tot de bevoegdheid van de OCMW-raad om de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling van de provisie vast te stellen. Deze regeling maakt deel uit van het organisatiebeheersingssysteem van het bestuur.

Er werd reeds een reglement goedgekeurd op de raad van 27 september 2011.

Er wordt nu een nieuw reglement voorgelegd dat werd aangepast aan de huidige wetgeving.

Juridische grond

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.

Regelgeving: bevoegdheid

8a08e592683b503701683bdb852c0067

Regelgeving bevoegdheid

De raad van maatschappelijk welzijn is bevoegd op basis van artikel 77-78 van het decreet lokaal bestuur
<p>De raad van maatschappelijk welzijn is bevoegd op basis van artikel 77-78 van het decreet lokaal bestuur</p>

Besluit

De raad voor maatschappelijk welzijn beslist:

Artikel 1

De raad beslist dat voor de betaling van geringe exploitatie uitgaven van het dagelijks bestuur, die zonder uitstel moeten gebeuren of die onmiddellijk moeten worden gedaan voor de goede werking van de dienst, een provisie ter beschikking wordt gesteld aan nominatief aangeduide personeelsleden, verder provisiebeheerders genoemd.

Artikel 2

De provisiebeheerders worden nominatief aangeduid door de algemeen directeur mits gunstig advies van de financieel directeur.   Bij de aanduiding van de provisiebeheerders bepaalt de algemeen directeur eveneens het bedrag en de termijn van de provisie die beschikbaar wordt gesteld. Het bedrag van de provisie mag maximaal 500 euro zijn. Het bedrag van de provisie wordt gestort op een zichtrekening, beschikbaar gesteld door de financieel directeur, en verder provisierekening genoemd. 

Artikel 3

De provisiebeheerder is persoonlijk verantwoordelijk voor het beheer van de hem toegekende provisie.  Het is in geen geval toegelaten om negatief te gaan op de provisierekening.

Artikel 4

De provisiebeheerder bewaart alle bewijsstukken en schrijft alle gedane uitgaven in een “Staat van uitgaven” met minstens de vermelding van:

  • de naam van de leverancier
  • de datum
  • het bedrag
  • de omschrijving van de uitgaven

Enkel volgende bewijsstukken worden aanvaard:

  • kastickets voor zover er duidelijk de identiteit van de leverancier van de gekochte goederen op vermeld staat
  • facturen
  • een BTW-briefje of vervangende factuur voor eetgelegenheden die verplicht zijn een BTW-bewijs af te leveren

Artikel 5

De aanzuivering gebeurt minstens eenmaal per kwartaal. 

Indien de provisiebeheerder na gedane uitgaven zijn provisie wil aanzuiveren, dan wendt hij zich tot zijn diensthoofd, onder verantwoordelijkheid van de algemeen directeur. Deze persoon controleert of de uitgaven kunnen aanvaard worden op basis van volgende elementen:

  • of er overeenstemming is tussen de “Staat van uitgaven” en de bijhorende bewijsstukken
  • of de bewijsstukken conform de bepalingen van art 4 zijn

De algemeen directeur neemt op basis van het bovenstaande een beslissing van aanvaarding of niet-aanvaarding van (een deel van) de gedane uitgaven. Deze beslissing dient te worden genomen binnen de tien werkdagen.

Bij aanvaarding van de gedane uitgaven, ondertekent de algemeen directeur de staat van uitgaven “voor akkoord tot aanzuivering van de provisie voor het totaalbedrag van de aanvaarde uitgaven”. Het schriftelijk akkoord geldt als opdracht aan de ambtenaar van de financiële dienst om het nodige te doen voor de aanzuivering van de provisie.

Bij niet-aanvaarding van (een deel van) de gedane uitgaven neemt de algemeen directeur een gemotiveerde beslissing, waarvan een kopie wordt bezorgd aan de provisiebeheerder, aan het diensthoofd en aan de financieel directeur.

  • De provisiebeheerder kan tegen de beslissing van niet-aanvaarding van de algemeen directeur beroep aantekenen bij de raad voor maatschappelijk welzijn, binnen een termijn van 20 werkdagen volgend op de ontvangst van de beslissing van de algemeen directeur. 
  • Een kopij van de beslissing van de raad wordt overgemaakt aan de algemeen directeur, het diensthoofd, de financieel directeur en de provisiebeheerder.
  • Indien de niet-aanvaarding van de uitgaven definitief geworden is, is de provisiebeheerder gehouden het niet-aanvaarde bedrag terug te betalen. Dit gebeurt door storting van het niet-aanvaarde bedrag op de provisierekening.

Artikel 6

Het beheer van een provisie door een provisiebeheerder kan worden beëindigd door:

  • eenzijdige beslissing door de algemeen directeur
  • uitdiensttreding van de provisiebeheerder
  • verandering van dienst van de provisiebeheerder

 Het beheer van een provisie, verleend voor bepaalde termijn, wordt beëindigd bij het verlopen van de bepaalde termijn.

Indien het beheer van de provisie wordt beëindigd zuivert de provisiebeheerder zijn provisie aan binnen een termijn van tien werkdagen na de datum van de beslissing van beëindiging.